Perricone

Een verrassende Siciliaan! Perricone, een autochtoon Siciliaans druivenras, gedoemd om te verdwijnen, is nu o.a. door Cossentino nieuw leven ingeblazen met uitstekende resultaten.
De oorsprong ervan is te vinden in het oostelijke Middellandse Zeegebied, door de Grieken naar Calabrië gebracht en daar kruiste ze waarschijnlijk het pad met een voorouder van de Calabrese Gaglioppo en migreerden ze later naar Sicilië. De naam Perricone vinden we vooral terug in de provincie Palermo. In Trapani noemen ze de druif Pignatello en in Catania, Tuccarino.
In de 18e en 19e eeuw werd Perricone, met andere Siciliaanse druiven, voornamelijk gebruikt om Marsala rubino te produceren.
Geen eenvoudige jongen, de Perricone. Door de belangrijke aanwezigheid van tannines is het aangewezen te werken met een lage opbrengst, een nauwgezette oogst van rijpe druiven, een langzame gisting en een lange rijping.
De Perricone heeft een robijnrode kleur met violette toetsen. In de complexe neus vinden we rood fruit, peper en kruiden. De mond is ze stevig en vol met veel compact fruit. De wijn heeft een vrij lange, volle en krachtige afdronk.